Hoofdstuk 19 Afscheid
Het was vooral een weemoedige avond. Aan het eind sprak meester Evert z’n leerlingen nog één keer toe. Net zoals altijd enigszins zorgelijk. Anderen die hem niet kennen zullen het misschien mopperig noemen, maar hij is nu eenmaal geen hoogdravende maar wel een oprechte man: `Jullie zijn niet de gemakkelijkste klas geweest,’ zei hij een … “Hoofdstuk 19 Afscheid” verder lezen
Hoofdstuk 20 De roep van de roerdomp
Al een paar keer heb ik ’s nachts aan de overkant van de dijk een dof, klagend geluid gehoord. De eerste keer schrik ik hevig. Het is zo’n nacht waarin de duisternis volledig is en ik met m’n voet de grens tussen het wegdek en de helling moet aftasten om niet van de dijk te … “Hoofdstuk 20 De roep van de roerdomp” verder lezen
Hoofdstuk 21 Gent
Het is een wonderlijke en ook een beetje droevige dag. Wonderlijk omdat, hoewel de hen al twee dagen eerder het broeden opgegeven en het nest met eieren verlaten heeft, toch nog spontaan drie kuikens geboren worden. Zo warm is het. Terwijl ik voorzichtig de diertjes bij de moeder zet, bedenk ik ineens hoe genadig de … “Hoofdstuk 21 Gent” verder lezen
Hoofdstuk 22 Maanlicht
Het is volle maan.Ik wandel over de dijk door de nacht. Van de rivier komt het gedempte geluid van voorbijvarende schepen. Zo nu en dan klinkt geratel van een uitrollende ketting van een schip dat bij de oven, waar het water het breedst is, voor anker gaat. De rode lichten worden gedoofd en blauwe lampen … “Hoofdstuk 22 Maanlicht” verder lezen
Hoofdstuk 23 Onheil
Het is een roerloze avond. Een enkele keer trekt een flauwe rimpeling door de hoge populieren tussen de griend en het masveld. Om de stilte niet te storen, maken de bladeren fluisterende geluiden. Misschien dat ik er de laatste dagen te weinig aandacht voor heb gehad. Ineens zie ik dat de zon op een vreemde … “Hoofdstuk 23 Onheil” verder lezen
Hoofdstuk 24 Het einde van het huis van Gelzing
Vandaag is het huis van de Gelzing afgebroken. Een dragline trok eerste het klompenhok omver, toen de keuken en daarna het huis met het hoge spitse dak dat boven de dijk reikte. Het was een prachtig huis. Mensen kunnen tegenwoordig zoiets niet meer bouwen. Slank en sterk, bijna gevleid tegen de luwte van de dijk. … “Hoofdstuk 24 Het einde van het huis van Gelzing” verder lezen