Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

Het voetbal mocht er wezen maar het mooist waren beeld en inzet

’t Rot tegen oud-Herovina 0-2

Wat jammer dat Rutje d’n Troeles, Cor de Pruis of de Gelzing – om een paar illustere voorbeelden van de allerlaatste echte generatie Rotbewoners te noemen – dit allemaal niet meer mee mochten maken. Wat zonde dat de Potter, de Karton en de Kruk dit niet meer konden zien. Waar vind je trouwens nog zulke mensen die zo onvoorwaardelijk geloofden dat hun dorp het allermooiste was. En waar zijn ze gebleven, die onverbeterlijke chauvinisten die ’t Rot de allerbeste plek vonden van de hele wereld? De Gelzing was overal geweest, in Haaften, in Vuren, zelfs als soldaat in Nieuwersluis. Maar nergens hadden ze zo’n prachtige muziektent als op zijn eigen dorp. Cor de Pruis hield niet op te vertellen dat hij ooit aan Wilhelmina een muziekstuk cadeau had gedaan en daarbij keek hij zo slim alsof hij het zelf geschreven had. Rutjes was ondoorgrondelijk en een meester in het verbergen van zijn stemming, behalve wanneer in de waard tegenover Brakel zijn club won. Dat pafte hij grote rookwolken uit zijn afgekloven pijp alsof zojuist een nieuwe kampioen was opgestaan. Want van voetbal en Herovina hielden ze allemaal. En daarom was de voetbalwedstrijd op 3 mei, toen een team van ’t Rot uitkwam tegen senioren van Herovina, vooral een hommage aan dat voorgeslacht dat ooit op een slof, een oude voetbalschoen en een stuk onland dat de Plaat werd genoemd, een voetbalclub begon die gezegende tijden zou kennen.
De wedstrijd eindigde in 0-2 voor de gasten, de overwinning was hen gegund. Ze speelden als team, soms met enig fanatisme maar dat kon van beide kanten gezegd worden. Mooie combinaties sneuvelden soms door ademgebrek. ’t Rot, in oranje, was onberekenbaarder, grilliger, feministisch ook want als gemengd team speelden in het heetst van de strijd vijf vrouwen een niet geringe rol. Twee gele kaarten, aan beide kanten één, mooie reddingen door beide doelmannen – maar dit is geen voetbalverslag.

Het allermooist waren inzet, beeld en enthousiasme. Honderden toeschouwers op de dijk en aan de lijn. Fietsen neergesmeten in het hoge gras als gold het hier een plotseling optreden van een mirakel. Opwinding, waardering, aanmoediging, applaus zelfs wanneer weer een mooie actie gedoemd was te mislukken onder de broosheid van de ouderdom. Op de achtergrond traag voorbijtrekkende duwboten en containerschepen in plaats van zeilboten en Rijnaken. Voor de rest was alles hetzelfde. Nieuwsgierige vaarzen in een rij, het silhouet van Brakel en het licht zo mooi en diffuus zoals het alleen in mei kan zijn. En de dialogen aan de kant, tevreden over vroeger, toen tot in de jaren zestig op deze plaats – de Plaat – werd gevoetbald. Zoals voetbal hoort te zijn, zonder commercie, zonder subsidie.
En dat allemaal omdat de bevrijding zestig jaar geleden plaats had en de bewoners van ’t Rot wilden dat het een onvergetelijke week zou worden. Iedereen deed mee. De Punter (zelf in de rol van verzorger en aanreiker van flesjes water), had z’n neef gevraagd als scheidsrechter, z’n nicht als EHBO-er, z’n schoondochter als linksbinnen, z’n kleinzoon als rechtsbinnen en z’n broer als toeschouwer. Peer van de Oven – zelf ballenraper – z’n zus Lies speelde voorin, z’n broer Kees zeven minuten achterin, z’n zwager Han als doelman, z’n neef Karel als zwervende back terwijl zus Hennie de foerage deed. Iedereen deed trouwens mee en Willy van Anneke had dat voor een belangrijk deel geïnspireerd.

Van hem was ook de idee vijftig palen met vijftig afbeeldingen van huizen die hier ooit – tot het moment dat het gerucht over de dijkverzwaring ontstond en mensen op de vlucht sloegen – aan ’t Rot hebben gestaan. Met de geschiedenis van de mensen die niets hadden dan de bijstand van hun medemensen die ook niets hadden. En die bovendien hier ooit met Herovina begonnen. Er was zorgvuldig over nagedacht. Gedichten en teksten over de bevrijding van de nazi’s. Herinnering aan oude, slechte huizen – in zekere zin bevrijding van de armoede.
Erepoorten met herinnering aan de zoete vrijheid waarover Vondel schreef.
En dan wint – o ironie – de buurt die Jip en Janneke tot helden verheft.
Zo wint tenslotte overal de banaliteit het van het principe.

Rudie van Meurs
(ondermeer opgenomen in het blad van derde klasser Herovina)

Polderpers