Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

Hoofdstuk 9 Het wrede einde van de gans

Wat gebeurde precies in de nacht van zaterdag op zondag in het weiland achter de griend? Achteraf, toen de emoties wat bedaard waren, hebben we de gebeurtenissen samengevat. Maar een verklaring vonden we niet.

Vast staat dat Mark als eerste werd gewekt door een hoog, erbarmelijk geschreeuw van de pauwehen. De hen roest elke nacht in de kromming van een hoge tak in de notarisappelboom. Bij harde wind deint de tak tegen de dakpannen waaronder Mark slaapt. Als het heel stil is hoort hij soms de pauw snurken. In de bewuste nacht woei een dunne, kille wind van over de ondergelopen uiterwaarden naar de polder. Markt zegt dat hij `midden in de nacht’ wakker werd en dat het geschreeuw van de pauwehen `wel een uur duurde’. Hij heeft enkele keren het zolderraam geopend en tevergeefs `stil’ en `hou op’ geroepen. Na ongeveer een kwartier is Zappa, de hond, nerveus in de kamer heen en weer gaan lopen en heeft een paar keer hard en klagend geblaft. Door die herrie is Sander ontwaakt. Volgens hem was het op dat moment twintig over vier. En omdat hij over een wekkerradio beschikt en de zorgelijkste natuur heeft, kunnen we er vanuit gaan dat de tragedie zich omstreeks vier uur moet hebben afgespeeld. Want een tragedie was het.

Zelf neem ik me nog het meest kwalijk dat ik helemaal niéts heb gehoord. De enige verklaring die ik voor dat betreurenswaardige feit heb is, dat de avond ervoor Jozef me z’n nieuwe voorstelling had voorgespeeld. Tot diep in de nacht hadden we in een steenkoud en provisorisch theater over zijn zekerheden en onzekerheden gepraat en nadien was ik doodmoe in slaap gevallen. Ik heb Mark nog verwijtend gezegd dat hij me had moeten waarschuwen. Dan had ik met een zaklantaarn de griend in kunnen gaan en misschien het onheil kunnen afwenden. Volgens Sander waren het niet alleen de pauwehen en de hond die alarm sloegen. Ook in het kippenhok was het een leven als een oordeel en heel in de verte meende hij ook het gakken van de ganzen te horen. Maar dat zei hij pas achteraf, toen we onze afschuwelijke ontdekking hadden gedaan.

In de ochtend, toen ik aanmaakhout voor de kachel uit de schuur in de griend had gehaald, voelde ik dat er iets mis was. Meestal komen van alle kanten de beesten op me af gesneld omdat ze oud brood en graan verwachten. Nu bleef het stil. Een stilte vol spanning. Later, toen ik het wist, begreep ik dat de dieren treurden. Ik riep. Ik liep naar het kippenhok, haalde uit de haverkist wat graan en schudde met de bak. Een paar jonge hennen, verbaasd dat niemand hen terugriep in de pikorde, deden zich haastig te goed. De ganzen, schoot het plotseling door me heen. Want de ganzen staan altijd vooraan. Alleen voor de pauwehaan hebben ze ontzag. Gejaagd keek ik om me heen. Ze waren niet op de berm, niet in de griend. Ineens zag ik ze achter in de vijver, stil en roerloos en het leek wel verdrietig drijvend op het water. Maar ik telde er geen vier, er waren er maar drie.

Op dat moment kwam Mark, om zich te beklagen over de herrie die de pauwehen die nacht had gemaakt. Ik zei dat ik een gans mistte en hij zei dat de pauw dan een teken had willen geven. We hebben daarop overal gezocht. Mark ging er meteen van uit dat de gans verkeersslachtoffer was geworden. Sander dacht aan de naderende kerst en veronderstelde diefstal. Twee uur later kwam Thijs, de buurman, vertellen dat hij de gans dood had gevonden op het weiland achter de griend. Ik ben er nadien alleen heen gegaan en ontdekte dat de gans op een wrede manier aan haar eind moet zijn gekomen. De kop en de halve hals waren van het lijf gerukt. Er lag een cirkel van veren en dons waaruit ik kon opmaken dat er een korte ongelijke strijd was geweest. Maar door wie of wat is de gans aangevallen en vermoord?

We hebben nog geen enkel spoor. Maar we hebben een paar aanwijzingen die te mysterieus zijn om hier niet te melden. In de eerste plaats is de dode gans gevonden precies op de plaats waar nu al maandenlang een ooievaar haar territoir heeft. Het dier slaapt er, eet er en onderhoudt zich soms met de schapen die – ik weet niet of het van belang is – altijd een onverdraaglijke relatie met de ganzen hebben gehad.

Voorts is precies twee dagen voor de dood van de gans voor het eerst na vijf jaar de roerdomp teruggekeerd in de griend. Toen ik op die zondagmiddag op zoek was naar sporen, werd ik vanuit de slootkant door de roerdomp nauwlettend gadegeslagen. Op het moment dat ik onverrichterzake via de plank over de sloot terugkeerde, maakte de vogel zich los uit zijn paalhouding en vloog – het leek wel of het dier me hooghartig aankeek – in een bocht over de ganzenwei om een eind verder neer te strijken.

En dan – maar ik meld dit zonder enige verdachtmaking – heeft Peer van de oven me verteld dat hij een paar dagen geleden een vos in de polder heeft gezien.

Ik beschuldig niemand. Ik heb de hekken rondom de griend gesloten. En tegen Mark heb ik gezegd dat, als hij weer wakker wordt van de pauwehen, hij me onmiddellijk moet wekken.

Polderpers