Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

Nawoord

Het verhaal van de laatste vijfentwintig jaar polderdistrict Betuwe is hiermee verteld. En hoe. Boeiend van het begin tot het einde, zowel door de inhoud als door de wijze waarop het is gepresenteerd. Het verhaal van dijkverzwaring, van hoog water, van vijfentwintig jaar worstelen om zelfstandig te blijven vooral. Maar ook het verhaal van de gevangene te zijn van de geschiedenis, van het voorgeslacht, van personen en van snelle maatschappelijke veranderingen. Dat alles aan het papier toevertrouwd door een auteur die oog heeft voor al die aspecten. Daarom niet alleen van belang als het vastleggen van een belangrijk stuk geschiedenis van de Betuwe. Dergelijke, vooral bestuurlijke, processen hebben zich op vele plaatsen voorgedaan, zeker als het ging om de maatschappelijke schaalvergroting op velerlei gebied. Er valt veel van te leren.

Impliciet is overal de worsteling merkbaar tussen de grootschalige nieuwe waterschapstaken op het gebied van integraal waterbeheer en de veel kleinschaliger traditionele waterschapstaken. Impliciet is verder de kloof tussen bestuurders en medewerkers, op alle bestuursniveaus, te merken. Ook valt op hoe bij alle overheden, zowel ambtelijk als bestuurlijk, het menselijk tekort soms de gang der dingen wezenlijk mede bepaalt. Daar komt bij dat de beeldvorming van al die partijen en groepjes over en weer mede door vooringenomenheid wordt bepaald. Men heeft zich diep in zijn loopgraaf verschanst. Het eindresultaat is toch dat het polderdistrict er niet meer is, opgegaan in het veel grotere Waterschap Rivierenland. De strijd is gestreden. Zullen de waterschappelijke taken nu beter vervuld kunnen worden dan voorheen?
Dat hangt er vanaf. Wezenlijk voor waterschappelijke taakvervulling is het functionele karakter er van, inclusief de autonome financiering die daar bij hoort. Eerst droge voeten, dan verdere maatschappelijke discussies. Verder is een wezenlijk kenmerk van de efficiente taakvervulling door waterschappen de persoonlijke betrokkenheid van ingelanden bij die taakvervulling gekoppeld aan een grote mate van lokale kennis van, en ervaring met het watersysteem. Daar kan in voorzien worden door de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van het nieuwe waterschap. Door een combinatie van top-down en bottem-up processen, leidend tot maximale decentralisatie. En ook door het inbouwen van de nodige checks en balances, zodat op alle niveaus men wakker blijft.

Uiteindelijk gaat het om de vraag in hoeverre een organisatie als een waterschap beleefd wordt als iets van de samenleving zelf, dan wel als een abstracte, ambtelijke,bureaucratische organisatie waar het bestuur louter als ornament dienst doet. Er gaan al stemmen op om de waterschappen als instituut maar af te schaffen omdat bestuurders maar stoorzenders zijn in een organisatie waar men ambtelijk de zaak zo goed, met verstand van zaken, heeft geregeld. Onmiskenbaar kan bij vele reorganisaties die tot schaalvergroting hebben geleid, geconstateerd worden dat de bestuurlijke invloed vermindert en de ambtelijke toeneemt. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat het een ongewenste ontwikkeling is die vermeden kan worden door veel aandacht te besteden aan maximale ambtelijke en bestuurlijke decentralisatie, alsmede aan het inbouwen van de nodige checks en balances in de bevoegheidsverdelingen.
Of dit bij het nieuwe waterschap tot een optimaal resultaat heeft geleid moeten betrokkenen ervaren en uitmaken en, indien wenselijk, aanpassen. Vaak wordt aan deze aspecten in het voortraject door betrokkenen onvoldoende aandacht besteed.
Het is mij in elk geval opgevallen, toen ik in de jaren 1996 en 1997 de kwantiteitswaterschappen begeleidde in de gang naar de uiteindelijke fusie, dat een veel gedecentraliseerder bestuurlijk model niet opgepikt werd. Men wenste nog niet mee te denken, men hoopte het nog tegen te kunnen houden.

De waterstaatkundige en waterschappelijke taken blijven. Eeuwigdurend. Rivierenland moet er voor zorgen dat het rivierenland nu en in de toekomst een plek blijft waar het goed toeven is. Het polderdistrict is dood. Leve Waterschap Rivierenland. Maar het polderdistrict leeft wel voort in dit fascinerende boek. Moge het veel gelezen worden. Het verdient het.

Dr.ir. J.Ijff
Oud-voorzitter Unie van Waterschappen
Oud-voorzitter Commissie Integraal Waterbeheer

Polderpers