Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

Tekst bij tentoonstelling in Gorcums museum voorjaar 2008

Alles stroomt, alles is in beweging, alles in de wereld verandert voortdurend, wist Heraclitus vijfhonderd jaar voor Christus al. Cratylus, zijn leerling, liet de woorden na: ‘Het is onmogelijk tweemaal in dezelfde rivier te treden, steeds stromen nieuwe wateren toe.’

Toen ik kind was en over de gorzen naar de oever van het Haringvliet liep, zat ik neer bij de tweede bol en keek urenlang naar het water. Elke zes uur keerde het terug. Als je een stuk hout bij opgaand tij in het water gooide, keerde dat bij neergaand tij terug. Ik dacht daarom dat het om hetzelfde water ging. Het verschil was dat als het vloed werd, het ziedende water links van de bol een krater sloeg en bij eb de draaikolk rechts zat. Er waren mensen uit het dorp draaikolken binnen gezogen. Ooit werd zo iemand, vele dagen later, dood teruggevonden tussen de biezen op de gorzen, met striemen en beschadigingen op huid en lichaam. Op de tweede bol – een uitstulping in de rivier afgezet met basalt – was de maalstroom het sterkst. Om de kolkende kracht van het water te zien zaten we daar. We vertelden elkaar griezelverhalen, gruwelden van de geheimzinnigheid die draaikolken voor ons hadden – en werden er door aangetrokken. Als je er ooit in terecht kwam, adviseerden de oudsten onder ons, kon je het beste jezelf zonder verzet laten meesleuren. In het epicentrum van de kolk moest je, vóór je naar beneden werd getrokken, diep ademhalen. Je zou door een slurf door het water vallen. Op de bodem moest je vervolgens al je gespaarde energie aanwenden om met krachtige bewegingen weg te zwemmen en naar boven te gaan. Dat was de enige manier om te ontsnappen uit de ban van het draaiende water. Zover echt komen deed het nooit.

DIk was toen een kind, sprak als een kind, voelde als kind en dacht dat alles zou blijven zoals het was. ‘Alle beken stromen naar de zee, nochtans wordt de zee niet vol, naar de plaats waarheen de beken stromen, daarheen stromen zij altijd weer. Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend, wat geweest is, dat zal er zijn en wat gedaan is dat zal gedaan worden. Er is niets nieuws onder de zon,’ zei Prediker de zoon van David gelaten – en de dominee herhaalde dat eindeloos.
Maar nu heb ik afgelegd wat kinderlijk was.

Volgens Plato is tijd de bewegende beeltenis van de eeuwigheid. Tijd stroomt evenzeer bedoelde hij. Panta Rhei kai ouden menei: alles stroomt en niets is blijvend. Alles vloeit en vervloeit, alles wordt en verwordt, onafgebroken en zonder einde gaat de eeuwige stroom van de verschijnselen voort(Heraclitus). Het water stroomt, stroomt door, doorstroomt en maakt voortdurend plaats voor ander water. Het wast, wast schoon. Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw was het zelfreinigend vermogen van het water zo volledig dat elke druppel steeds weer nieuw, schoon en gelouterd werd – totdat landbouwgif, chemie, roekeloosheid en roofbouw het evenwicht definitief verstoorden. Verlies van piëteit noemen filosofen dat. Doorstroming is plaats maken voor anderen. Voor immigranten en migranten en moslims in de grote volksverhuizing die nooit eindigt. Dat heet het zelfreinigend vermogen van de samenleving. Licht verandert elk tijdstip van de dag door het spel van water, wind en wolken en waterdeeltjes die de zon filteren en reflecteren. Toen de Zuiderzee veranderde in het IJsselmeer stopte de Duitse schilder Joseph Beuys met het schilderen van het Hollandse landschap omdat het licht dramatisch veranderd was.
Alles stroomt. Alles verandert. Water, mensen, kunst. Ook onze identiteit verandert. ‘Wie wij daarstraks waren zijn we nu niet meer omdat we intussen extra indrukken en ervaringen hebben opgedaan’
(Heraclitus).

Bij hectometerpaal 945 op de krib aan de Waal tegenover Brakel vliedt het water rusteloos voort. Een halve eeuw geleden moet ook Ida Gerhardt hier hebben gestaan. Zij dichtte

‘Het water gaat voorbij,
Wiss’lend gelijk gebleven,-
Het heeft stilaan in mij
Een nieuw begin geschreven.

Rudie van Meurs
(Tekst bij tentoonstelling in Gorcums museum voorjaar 2008)

Polderpers