Foto’s van feestelijke uitreiking 1ste exemplaar
Op 18 december 2002 werd mijn boek ‘Het einde van een boerenrepubliek’ tijdens een receptie officieel gepresenteerd in restaurant De Hucht te Elst. Gedeputeerde De Bondt van de provincie Gelderland nam het eerste exemplaar in ontvangst.
Voorwoord
In 2002 zou het polderdistrict Betuwe zijn 675ste verjaardag gevierd kunnen hebben. Op 11 december 1327 werden de Ambten Over- en Neder-Betuwe in het leven geroepen door graaf Reinald II van Gelre. De erfopvolgers van deze ambten – de polderdistricten Over-Betuwe en Nederbetuwe – vloeiden in 1982 samen tot het polderdistrict Betuwe. Dit hield op … “Voorwoord” verder lezen
‘…Eens zal de Betuwe in bloei weer staan…’
Het was in de zomer van 1946. Ik was zes en herinner me vooral vrolijkheid. Door het dorp op het Zuid-Hollandse eiland trokken eindeloos optochten voorbij. Op een podium van boerenwagens werden volks- en klompendansen gehouden. Een rondreizend gezelschap voerde avonden lang in een tent op een plein, dat het Beneên heette, een toneelspel op … “‘…Eens zal de Betuwe in bloei weer staan…’” verder lezen
Het misnoegen van de commissaris van de koningin over een ongepaste brief
De Dijk ‘Tussen de Betuwe en tussen de Veluwe Daar lag de dijk door het waterig land Als iets waaraan niets was te veranderen: De koeien en de kikkers aan de’enen kant En de zilveren vissen aan de anderen; Zo bleven zij ieder in hun element, Daar was dan ook ieder al lang aan gewend … “Het misnoegen van de commissaris van de koningin over een ongepaste brief” verder lezen
De vrede van Malburgen
De Nieuwe Straat ‘(…) Zo is het met de wereld ook, Die roekloos langs een rechte lijn, Niet vragend naar het mijn en dijn, Wàt prachtig rijpte of schoon ontlook, De toekomst perst, als strook en strook Van platte geestdrift, om een plein Van domheid, eigenbaat en schijn Op schoonheid die zich bang verdook (…)’ … “De vrede van Malburgen” verder lezen
De terugkeer van de Grote Zomer
Voorwereldlijk Landschap ‘Door ’t slikmeer breken smalle steenkoollagen Als zwart ijs, bovenop met as beslagen. Het glanst op verse breuken en verbrokkelt snel. Verre springbronnen sissen hoog en fel, Het dieptegas welt op, dampbellen bersten. Een mastodont, verdwaald van ’t grondig land, Plonst door een zware laan moerascypressen, Zakt af in ’t dras, opstekend slurf … “De terugkeer van de Grote Zomer” verder lezen