Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

Hoofdstuk 7 Hoog bezoek in de winkel van Hak

Het zal ongeveer elf uur in de morgen zijn geweest. Misschien iets vroeger, want de pauze op de openbare basisschool was net voorbij. Sommige kinderen zouden later zeggen dat ze hem ook gezien hadden. Maar dat was gewichtigdoenerij en grootspraak. Het kon gewoon niet.

Het was stil in de straat. Een doordeweekse ochtend in de herfst. De linden voor het vroegere gemeentehuis hadden prachtige groen-gele kleuren. Zelfs als de zon er helemaal niet is, lijkt het net alsof de bladeren in deze tijd van het jaar betoverd worden door een lichtbundel. De zoon van de eierboer had even eerder een tank drijfmest uit de kelder onder de ligbox gepompt, om die op het land bij de radar te dumpen. Er was natuurlijk weer iets mis met de afsluitklep achter aan de tank. Een breed spoor gier gaf de weg aan die hij was gegaan.

Plotseling stopten voor de winkel van bakker Hak op het dorp vier ernstige, zwarte auto’s. Vrijwel onmiddellijk sprongen zes forse mannen naar buiten, even later gevolgd door een vrouw en nog een paar mannen die omringd werden door de zes anderen. Even keken ze zoekend om zich heen, toen liepen ze in een rechte lijn en doelbewust in de richting van de bakkerij.

Nu is bakker Hak vanzelfsprekend niet de eerste de beste. Hij is tot in wijde omgeving bekend om z’n zoute krakelingen die Hak senior op z’n achtentachtigste nog elke vrijdagavond met de hand draait. En zoon Henk, van wie nu de winkel is, kreeg – ik mag wel zeggen – nationale bekendheid dankzij zanger/dichter Hans Dorrestijn. Die bewoonde ooit een huis met een wilde tuin achter de bakkerij van Hak. Elke ochtend werd Dorrestijn met het water in de mond wakker van de geur van versgebakken brood. Daar schreef hij toen een lied over.

Er waren, op dat moment, geen klanten in de winkel. Jolanda stond achter de toonbank. Door de etalageruiten zag zij het gezelschap mannen en één vrouw naderen. Later vertelde ze me dat ze absoluut niet geschrokken was. Integendeel, haar eerste gedachte was dat haar patroon een prijs gewonnen had in de jaarlijkse wedstrijd van de warmste bakkers. Snel ritste zij nog de laatste kruimels van de vitrine op de toonbank.

De verwachting van Jolanda was wel begrijpelijk. Het brood van Hak is misschien wel eens een beetje saai, maar uitstekend van kwaliteit. Het gebak wordt zelfs gekocht door mensen uit het provinciestadje G. En sinds de komst van Jolanda is de winkel, het lijkt wel, veel fleuriger geworden. Het vorige meisje had nog wel eens de neiging kinderen van christelijke ouders wél een snoepje te geven en kinderen van niet-christelijke ouders niét. Daar is nu geen sprake meer van. Hak verdient een prijs.

Toen zag Jolanda hoe drie mannen zich voor de ruiten van de bakkerswinkel posteerden. De andere drie, die even somber en uitdrukkingsloos leken, openden de deur van de winkel en stelden zich na een korte groet strategisch op tegen de vitrine met het gebak en de schappen met beschuitrollen. Daarop kwam de rest van het gezelschap binnen.

De gebeurtenis heeft later grote opwinding in het dorp veroorzaakt. Overal vormden zich groepjes mensen die aanvankelijk ongelovig reageerden. Vooral toen de vrouw van rooie Willem

zich in de gesprekken mengde. Zij is een grote, zware vrouw, met een adembenemend snel oordeel over anderen. Ze leeft op bij narigheid en tumult. Als ze zich met de handen in de heupen in de steeg posteert, kan niemand meer om haar heen. Ze wordt een lopend vuurtje genoemd. Deze keer was haar verhaal echt. Het werd zelfs in de winkel van Jetty van Teuske verteld.

Plotseling herkende Jolanda de bezoeker die het laatst de winkel binnenkwam. Later zei ze me geen tijd te hebben gehad voor verbazing of zenuwen. Ze had hem zo vaak op de televisie gezien dat het leek alsof hij tot haar wereld behoorde.

`Do you speak English’, zei de man die omringd werd door de anderen vriendelijk. Ze beaamde het haastig. `Well’, vervolgde hij, mijn vrouw en ik zijn heel geïnteresseerd in het leven op het Nederlandse platteland (en dat natuurlijk in het Engels). `En vooral in bakkerswinkels, `we don’t have these kind of shops in Plains’.

`Well, mister Carter’, zei Jolanda, als ik u mag adviseren dan moet u vooral ons spijsbrood proberen.’ En ze toonde Jimmy Carter, de vroegere president van de Verenigde Staten, een groot gevuld krentenbrood. En ze legde hem uit hoe spijs wordt gemaakt van amandelen. Vervolgens vroeg ze met klem de voor Holland typische gevulde koeken te proberen. Carter vroeg onderwijl honderd uit over het brood, de bakker en de bakkerij. Snel glipte Jolanda naar achteren om de bakker op de hoogte te stellen van de klanten. Maar die geloofde het niet en zei gevat dat de paus gisteren nog geweest was.

Afijn, toen alles betaald was had Rosalynn nog twee dubbeltjes over. Ze waren, zei ze, van een Amerikaanse tentoonstelling in het Brfabantse Veldhoven op weg naar Schiphol. Wat kon ze met die twee dubbeltjes nog doen?

Daarop heeft Jolanda haar vier chocolaadjes gegeven in ruil voor de twintig cent.

Op dat moment hadden zich al groepjes nieuwsgierige mensen op het plein voor de winkel gevormd. De zes forsgebouwde mannen vormden een haag waardoor Rosalynn en Jimmy Carter snel naar de auto’s werden gebracht. Nog dagen daarna werd over hen gepraat.

Polderpers