Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars
Izzy F.Stone, journalist 1907-1989, editor I.F.Stone’s weekly: ‘Alle regeringen worden geleid door leugenaars

De dag waarop de autoriteit zijn gezicht verloor

Het is de laatste maandag van januari 1995. Het heeft zes dagen vrijwel onafgebroken geregend met honderd en vijftig millimeter neerslag in het stroomgebied van de Rijn. Door de plotselinge temperatuurstijging is in het Zwarte Woud en de Vogezen de sneeuwgrens tot boven de 2000 meter gestegen. Door de Main spoelt een golf van smelt- en regenwater die bij Frankfurt een top bereikt van 1900m3 per seconde. Dat is nooit eerder gebeurd.

Boven het rivierengebied wisselen koude- en warmtefronten elkaar af. Depressies trekken voorbij en keren terug. Soms klieven bliksemschichten nabij Loevestein de zwarte lucht en slaan windstoten kraters in de Waal.

 

Maar vandaag is het roerloos stil, droog, aangenaam koud. Het water vliedt zacht murmelend voorbij alsof het zich verontschuldigt voor al het gemaakte misbaar. Nergens is de werkelijkheid zo echt en rustgevend als hier, op de glooiing van de dijk aan de Waal tegenover Brakel. In de kruin van enkele essen die diep in het water staan, zitten en hangen kleine kolonies muskusratten die verdreven zijn uit hun holen in de slootkanten. Tegen de dijk klimt het water geruisloos omhoog, er kan nog heel veel bij. Vanuit Keulen is lichte val gemeld. Over drie dagen zal die omslag van invloed zijn op de waterstand hier, want alles stroomt, alles is in beweging. Met een haast Bijbelse wetmatigheid staat het water zo eens in de zeven jaar hoog op de uiterwaard met soms een dissonant zoals kerst 1993 toen de vloed hoger rees. Misschien dat het water nu die stand gaat evenaren. Maar er valt niets te vrezen, dijken zijn gebouwd om hoog water te keren.

 

Hoe volstrekt anders zijn de opgewonden, surrealistische beelden op het televisiescherm beneden in het dijkhuis. Niets is zo film- en fotogeniek als hoog water in een laag land. Verslaggevers, fotografen en cameramensen hebben al dagenlang vanuit bijzondere  perspectieven en standpunten slag geleverd om dramatische momenten. Een huilende vrouw op een nat geworden tapijt, een woedende middenstander in zijn onbereikbaar restaurant aan de Maas. De ultieme mis uit een met zandzakken bedreigde roomse kerk.

Klein leed dat begint aan de Maas, een regenrivier. Als het in Noord Frankrijk hard regent is het twaalf uur later hoog water in Borgharen. Als het blijft regenen verbreedt het stroomgebied zich tot het winterbed, dat behoort tot de loop der dingen. Dat er steeds meer huizen langs de Maas onder water lopen heeft niets te maken met de grilligheid van de rivier maar alles met de arrogantie van bestuurders die steeds weer toestemming geven om te bouwen op plaatsen waar nooit gebouwd zou mogen worden. De grond waarop nu villaatjes en volkswijken staan is gekaapte bedding van de rivier.

 

Multatuli schreef ooit dat de ellende van het steeds weer terugkerende hoog water juist de schuld is van de dijken. Wie water indijkt wijst het geschenk af van het bezinksel uit de watermassa die vanuit het bovenland naar zee stroomt. Als we de Rijn ongestoord zijn gang hadden laten gaan, dan zou Nederland al lang en breed boven het gevaar van overstroming verheven zijn. Dom om de natuur zo tegen te werken, tuchtigt Multatuli de dijkenbouwers.  Rijkswaterstaat heeft daar ook ervaring mee. Met de deltawerken is in de vorige eeuw veiligheid bereikt maar er is onnoemelijke schade aangericht aan natuur en landschap. De Biesbosch, ooit een prachtig getijdenlandschap, is tegenwoordig een saai gebied overdekt met brandnetels en omgevallen wilgen. Het Veerse Meer heeft een tekort aan zuurstof en stinkt. De Oosterschelde waar een kering is gebouwd tegen grote stormen, lijdt aan zandhonger. Al het moois van platen en banken zinkt langzaam weg in het water. In de  Grevelingen, zo uniek door het brakke water, verandert het milieu. Een onbekende schimmel doodt het leven op de bodem. En het Haringvliet, ooit een getijdenrivier met geulen en slikken en wonderbaarlijke oogsten van garnalen en krabben, is sinds de bouw van sluizen verworden tot een gifbelt van honderd miljoen kubieke meter chemisch slib. Er zou eens een wet moeten komen tegen mishandeling van het landschap.

Al in de zestiende eeuw schreef rentmeester en dijkgraaf Andries Vierlingh dat we het water ´soetekens´dienen te begeleiden. Het is verkeerd het water als vijand te zien en het met bitumen, basalt en beton te lijf te gaan.

 

Het overlopen van de Maas is meestal een opmaat voor wat rondom de grote rivieren gebeuren gaat. Er wordt nu dagelijks vierentwintig verslag gedaan vanuit het rampgebied, zoals De Telegraaf dat noemt. In NRC/Handelsblad is noodgebied een terugkerend woord in. De ‘kwaliteitskrant’, zoals de redactie zichzelf noemt,  uit Rotterdam meldt dat de situatie alsmaar kritieker wordt – nog erger, er is sprake van een ‘catastrofale waterstand’. Journalisten menen dwars scheuren te zien in de Waalbandijk bij Hurwenen. De dijk bij Ochten zou wankelen. De Gelderlander publiceert een kaart waaruit moet blijken dat op sommige plaatsen in de provincie, bij een doorbraak, het water tot negen meter kan stijgen. Oeps, een verkeerde kaart. Het land houdt de adem in. In Hilversum zijn alle programmamakers gemobiliseerd. Het NOS-journaal heeft een groot aantal journalisten als rampenverslaggever de provincie ingestuurd, die het privilege krijgen direct te mogen berichten vanuit het ‘rampencentrum’ in Tiel.  Intussen komen uit alle delen van de wereld televisieploegen aangevlogen om te berichten over de ondergang van de delta. Ieder zijn eigen scoop. Reality televisie in optima forma, hier beleeft de wereld de geboorte van een hype die elke werkelijkheid overstijgt. Heimelijk verlangt het journaille naar een catastrofe die de watersnoodramp van 1953 zal overtreffen. Het rivierengebied is één grote speeltuin geworden vol Kuifjes. Ondertussen zoekt de ene autoriteit ruzie met de andere autoriteit. Jan Terlouw, de commissaris van de provincie, ziet tandenknarsend toe hoe Ed.d´Hont, burgemeester van Nijmegen op de televisie het voortouw neemt. ‘De burgemeester heeft zich veelvuldig gruwelijk vergist. Hij snapt niet hoe het ligt met de bevoegdheden,’ zegt de commissaris. ‘Baasje Terlouw heeft last van status en positie, hij is gefrustreerd, hij is absoluut niet op de hoogte hoe het zit,’ zegt de burgemeester. En de burgemeester van Arnhem, Paul Scholten, draait door. Hij is niet bestand tegen alle opwinding. Hij eist de evacuatie van veertig duizend mensen in Arnhem-zuid. Dijkgraaf  Willem Wolters van het polderdistrict Rijn en IJssel en gedeputeerde Jan van Dijkhuizen zien dat niet zitten. Wolters zegt: ‘Scholten heeft ons niets te gebieden. Voor zo’n crisis als het hoge water word je als burgemeester niet opgeleid. Paul Scholten is niet bestand tegen de spanning.’ Van Dijkhuizen zal later de waterschappen incompetentie verwijten. Dat veroorzaakt vervolgens zoveel ophef dat hij diep door het stof moet en zijn portefeuille zal inleveren.

 

Terwijl het bevoegd gezag danst om de macht neemt het volk de wijk. Wie precies als eerste gaat is niet duidelijk. Ineens gaan alle monteurs en chauffeurs van Kleyn Trucks – een bedrijf achter de dijk in Vuren –  op weg om tweeduizend vrachtwagens naar een hogere plaats in Heukelum aan de Linge te verhuizen. In de plaatselijke Vivo supermarkt zijn de schappen leeg als gevolg van een overrompelende hamsterwoede. In het kleine nieuwbouwwijkje op het dorp laadt de eerste familie het bankstel op het imperiaal van de auto terwijl in het aanhangwagentje de huiselijke rijkdommen worden verzameld. Nauwelijks zijn de mensen vertrokken of de buren beginnen in koortsachtige haast het gedrag over te nemen en weldra is het wijkje voor een groot deel verlaten. ‘Het is misschien in het westen, met zijn traditie van individuele vrijheid een vreemde uitspraak, maar homo sapiens laat zich door zijn medemens opmerkelijk gemakkelijk een bepaalde emotionele richting opsturen,’ schrijft Frans de Waal  in zijn mooie boek ‘Een tijd voor empathie’.Wij, primaten gaan lachen als anderen lachen en gaan rennen als anderen rennen. We slaan op de vlucht als anderen op de vlucht slaan.

 

Als zoveel mensen in beweging komen kunnen gezagsdragers niet achterblijven. ‘Je moet toch iets doen als zoveel mensen onderweg zijn,’ zegt Herman Kok van Groot Maas en Waal.  De strijd tussen de rivalen is nog altijd niet beslecht. Jan Terlouw verspeelt krediet door onhandig aan de hand van een ondeugdelijk kaart de ernst van de situatie weer te geven. De commissaris demonstreert bovendien een pijnlijk gebrek aan topografische kennis. In het coördinatiecentrum waar gemeenten en polderdistricten bijeenkomen voor beraad, zijn geen goede hoogtekaarten te vinden. Lobith ligt dertien meter boven de zeespiegel. Er zijn in de provincie zandduinen en stroomruggen zoals de Ressense stroomrug – hoge gronden met dorpen waar mensen veilig zijn. Die hoeven helemaal niet weg. Dat vertelt de commissaris niet. Hij weet evenmin dat als de dijk breekt, in Tiel hoogstens dertig centimeter water komt te staan – in het centrum van Zaltbommel idem dito. Terlouw

 

Het duo Herman Kok, eerste man van het polderdistrict Groot Maas en Waal, en Ed d’Hondt burgemeester van Nijmegen heeft afgesproken, elkaar te zullen steunen. Kok heeft een diep wantrouwen tegen Rijkswaterstaat. d’Hondt heeft geldingsdrang en ziet zichzelf graag als de geestelijke vader van een zojuist ontwikkeld rampenbestrijdingsplan dat een gevolg is van het hoge water in 1993. Het plan schrijft voor dat bij een waterstand van 16.50 boven NAP bij Lobith evacuatie moet volgen. Rijkswaterstaat is het daarmee oneens. Provinciale Waterstaat is tegen, de  polderdistricten vinden die grens te rigide. Maar het bondgenootschap tussen de twee is hecht en  blijft in tact. Beiden kondigen op het moment suprême de grote uittocht af. Ruim tweehonderdduizend mensen dienen het rivierenland verlaten. ‘Het is onze competentie, als het provinciaal overleg tegen was geweest, hadden we de evacuatie gewoon doorgezet,’zegt d’Hondt.

 

Wat dan volgt is complete chaos. Onafzienbare rijen auto’s trekken weg uit dorpen en steden. Uit allerlei krochten en stegen komen andere voertuigen die zich mengen tot een onontwarbare knoop. Veel mensen met kinderen en huisdieren brengen een avond en een groot deel van de nacht door in de auto. Overal in de bermen hurken mensen, de wereld is één groot toilet. Te midden van de vluchtende massa rijdt een colonne veewagens met vele honderdduizenden dieren, op weg naar hogere gronden. Soms vallen auto’s stil door brandstofgebrek want benzinestations zijn verlaten omdat het personeel zich onder de vluchtende mensen heeft gevoegd. Dijkbewoner T.J.Keulen uit Echteld bevindt zich in de opgedreven massa. Hij herinnert zich de tocht naar Emmen waar nog ruimte is. Urenlang stapvoets op de rijksweg, rechts op de vluchtstrook een lange rij tractoren met aanhangwagens, links een colonne auto’s. Ingesloten, opgesloten, hij kan geen kant op en zegt tegen zijn vrouw, als er nu iets gebeurt zitten we als ratten in een val.

Het vaste en ervaren ziekenhuispersoneel  is naar huis gesneld om met het gezin te vluchten. Uit ziekenhuizen zoals dat van Tiel, worden door stagiaires lukraak patiënten opgetild zonder acht te slaan op de medische status. ‘De vluchtmassa wordt door een bedreiging in het leven geroepen. Men vlucht gezamenlijk daar het zo beter vluchten is. De impuls is dezelfde, de energie van de een verhoogt die van de ander, de mensen duwen elkaar in dezelfde richting voort,’schrijft Elias Canetti in Massa en Macht.

 

Het is hoog water. Er is geen overstroming, geen bijna-ramp. Het is niet eens extreem hoog water zoals in 1926 als de hoogste stand van de eeuw gemeten wordt en de dijken lang niet de kracht hebben die ze later krijgen.  De dijk in Ochten houdt het, precies zoals in 1920 en in 1926 en in 1993 – zelfs als groot onderhoud achterwege blijft. In Herwijnen waar ik op de glooiing van de dijk zit en het water voorbij vliedt, is de waterstand enige centimeters lager dan in 1993. Herman Kok van Groot Maas en Waal zal later zeggen dat zonder het Nijmeegse rampenbestrijdingsplan nooit tot evacuatie zou zijn overgegaan. ‘Er was sprake van  zoiets als een psychose, vertelt hij later: ‘Ik wist vanuit mijn achtergrond  dat zelfs als de dijken zouden doorbreken, er in Druten op z’n hoogst dertig centimeter water in de straten zou komen. Als je dat op zo’n moment tracht te verklaren werkt dat niet. Dat kan je de mensen rationeel niet duidelijk maken. De en jaagt de ander op, zo gaat dat’.

 

Er bestaat de wet van Jorissen, genoemd naar Richard Jorissen de onbetwiste dijkenspecialist van  Rijkswaterstaat, die zegt dat ‘een dijk die in het verleden hoog water heeft gekeerd daarmee zijn kracht heeft getoond en het water een volgende keer weer zal tegenhouden’.

Dijkbewoners kennen die wijsheid uit eigen ervaring –  de veiligste plek om te schuilen is de dijk zelf. Velen onder hen gaan niet weg en verbergen zich voor de mobiele eenheid die de opdracht heeft het land schoon te vegen van achterblijvers.

 

Dan keert de rust weer. Het water valt, evacués keren terug, journalisten gaan op weg naar een volgende scoop en het hoge water van 1995 zal de annalen ingaan als een rimpeling in de geschiedenis.

De afgelopen dagen bedenk ik, als nu eens twintig jaar geleden een emotioneel wankelmoedige man, uitgerust met een neppistool de studio’s in het Mediapark was binnengegaan en het beeld daarop een dag lang op zwart was blijven staan. Er zou dan nooit een evacuatie zijn geweest.

 

Rudie van Meurs

6 februari 2015

Tiel

Polderpers